De voornaam Jack is afgeleid van de Joodse aartsvader Jakob.
De Hebreeuwse naam (Ya'aqov) is volgens het Bijbelboek Genesis 25:26 iets als 'hij die de hiel greep'. Naast deze volksetymologische oorsprong wordt voor de naam ook wel als mogelijke vertaling "hij zal beschermen" gegeven. Via de Griekse vorm (Iakobos) kwam de naam in het Latijn terecht als Jacobus en Jacomus.